maandag 28 maart 2016

Opruimmodus nummer 1...

Waaw, ik ben weer goed bezig... Goed bezig in het oprommelen van spullen die ik niet meer gebruik...
Vorige week brachten we een koffer en achterbank vol spullen weg naar de kringwinkel. Vooral mijn spullen welteverstaan (mijn vriend is namelijk niet zo'n grote verzamelaar).Spullen die ik al jaar en dag bewaar, maar die de kasten niet meer uitkomen en dus niet meer gebruikt worden.


Ik kon vroeger moeilijk afstand doen van mijn spullen. Zo komt het dat ik tot op de dag van vandaag nog steeds veel te veel spullen heb.


Langzamerhand maak ik van mijn hart een steen en schenk ik alles wat ik niet meer gebruik en nog bruikbaar is (en niet rotversleten) een tweede leven via de kringwinkel. Het duurt soms 2 - 3 rommelbeurten eer ik durf toegeven dat ik iets écht niet meer nodig heb, maar dan geraakt het toch in de tas om weg te doen en heb ik er achteraf geen spijt van.  


Er is nog veel werk aan de winkel, maar momenteel ben ik goed bezig. Opruimen en spullen verzamelen om weg te doen geeft me een bevrijdend gevoel. Niet alleen kom ik tot een deftig overzicht van spulletjes en komt er ruimte in de kasten; ook mijn hoofd klaart er van op. En dat is een fijn gevoel...


Mijn vriend ging deze middag fietsen en ik dacht: 'ik rommel nog wat tussen mijn spullen'. Et voilà, er staan alweer wat plastic zakken klaar met spulletjes die ik niet meer nodig heb en die best wel nog een tweede leven mogen krijgen.
Zo neem ik onder andere afscheid van een paar Marokkaanse teenslippers, die eigenlijk wel mooi zijn, maar te klein.
Enkele jaren geleden kreeg ik van één van mijn cliënten. Vandaar dat ik ze eigenlijk nooit eerder durfde weg doen: de goede herinneringen aan deze dame en de dankbaarheid waarmee ik het geschenk aannam speelden me parten. Niet dat ik er nu harteloos over ben, maar ze staan echt te verstoffen. Waarom zou ik dat niet iemand heel gelukkig mogen maken met deze prachtige teenslippers? 


En zo voer ik voortdurend een innerlijke strijd met mezelf. Het schuldgevoel om een 'geschenk' weg te doen, wanneer ik het eigenlijk niet gebruik en jaren in mijn kast laat staan, i vaak groot.


Ik moet zeggen: momenteel voelt het heerlijk aan het toch te doen...


Ik hoef geen clean house. Zo'n strak geval waar met moeite meubels in staan en er al helemaal niets rondslingert. Dat is niets voor mij. Ik hou van een gezellige drukte. Je hoeft echter geen grote hoeveelheid spullen te hebben om er een gezellige drukte van te maken.


Eigenlijk ben ik altijd zo geweest. Ik herinner me dat mijn slaapkamer in het ouderlijk huis altijd vol stond met leuke spulletjes. Ik had een commode en daarop stonden elfjes en trolletjes en andere beeldjes waarvan ik me nu afvraag in welke doos ze eigenlijk zitten. Ik ben een fervent lezer en muziekbeluisteraar. Mijn kamer lag vol boeken en CD's, netjes gestapeld weliswaar. Ik heb al afscheid genomen van een groot aantal CD's, maar er blijven toch nog heel wat exemplaren over. In tijden van Spotify, YouTube en andere digitale muziekkanalen is het trouwens een beetje démodé, zo'n schijfje. Ja, ik zou ze eigenlijk es allemaal op een externe harde schijf moeten zetten. Dat zou veel plaats uitsparen. Daar ben ik helaas nog niet toe gekomen. Er komt een dag... Dan houd ik alleen de gesigneerde exemplaren en een enkele CD die veel voor me betekent. De rest zal vliegen.
Boeken, daarentegen, daar kan ik moeilijk afscheid van nemen. Tenzij het écht een slecht boek is. Boeken zullen nooit verdwijnen, ook al zijn deze ondertussen ook gedigitaliseerd. Op reis en op de verplaatsing heb ik graag mijn e-reader mee. Maar thuis kan ik nog steeds genieten van een papieren exemplaar. Niets heerlijker dan letterlijk zien dat je boek opschuift.
Zo kan ik eigenlijk nog wel even doorgaan.


Waar ik moeilijk afscheid van kan nemen, zijn heel nostalgische dingen. Dat kunnen kleine, onnozele, waardeloze dingen zijn. Geldelijk waardeloos althans. Vaak zijn het die kleine, onnozele dingen die de meeste emotionele waarde hebben. Met al die spulletjes kan ik eigenlijk een klein museumpje oprichten. Bij deze spulletjes draait het in de eerste plaats niet om het materialisme ervan. Veeleer gaat het om het verhaal achter dat erachter schuilt. Dat heb ik bij andere gebruiksvoorwerpen minder. Een bord is doorgaans gewoon een bord om van te eten. Tenzij je het servies van de bomma erft. Dan krijgt het plots een emotionele waarde en geraak je er aan gehecht. Want ja, dat is het servies dat bovengehaald werd op nieuwjaar en je met heel het gezin aan tafel zat bij de bomma. En dat roept een nostalgische sfeer en mooie beelden op. Geborgenheid, blijheid... Het eten smaakt des te lekkerder wanneer ik het op deze borden kan serveren.


Bij het ontruimen van mijn andere oma's huis, vond ik kommetjes waar ze immer caramel-flannekes in maakte. Heerlijk waren die (terwijl die gewoon van Saroma waren). Ik had op dat ogenblik nog maar weinig plaats in mijn overvolle studio en ik bedankte voor de potjes. Later had ik er spijt van. De potjes op zich waren afschuwelijk lelijk, maar ik zou nooit meer caramel-flannekes uit die potjes kunnen eten.
Enkele jaren later moest ik bij mama thuis iets uit haar kast nemen. Bij het opentrekken zag ik de pottekes blinken. Blijkbaar had mama ze bewaard omdat ze wist dat er een dag ging komen dat ik erom zou vragen. Ziezo, nu staat ze in mijn huis. Mijn vriend begreep niet waarom ik die wilde hebben, maar telkens ik ze tegenkom in de kast moet ik terugdenken aan die heerlijke flannekesmomenten. En bij de juiste gelegenheid zullen de flannekes in mijn ijskast staan en zal ik klinken op de bomma...
Ook zo kan ik nog een hele tijd doorgaan...


Er zijn zo van die mensen (en eigenlijk ken ik er best veel) die helemaal aan niets gehecht zijn. Zij zien materiële spullen als noodzakelijk in het leven. Wat ze niet nodig hebben bewaren ze niet of schaffen ze niet aan. Spullen van vroeger hebben ze vaak helemaal niet meer. Ik kan me mijn leven niet inbeelden zonder een beetje nutteloze spullen. Niets heerlijker dan een mooi verhaal ophalen bij het binnenwandelen van een kamer in huis, net omdat je dat ene dingetje ziet staan.


Onlangs vond ik een koffertje van 'Le petit prince' terug. Een 5 tal jaar geleden had ik het koffertje gevuld met kleine spulletjes waar ik super mooie herinneringen aan heb. Kaartjes en briefjes die ik kreeg, een cassette met daarop een interview dat ik in 2006 afnam van Bart Peeters ( mijn grote idool), kleine cadeautjes, kleine herinneringen aan mijn Scoutstijd, foto's, een klein boekje dat ik van mijn mama kreeg, een klein boekje in het Portugees dat het verhaal van 'De Tovenaar van Oz' bevatte, vertaald naar het Nederlands door een vriendin dat, toen deze in Brazilië verbleef, in mijn brievenbus belandde,... Het meest ontroerende van al was een briefje dat mijn papa geschreven had... Toen ik dat terugvond, sprongen de tranen in mijn ogen. Mijn papa is altijd een heel attente man geweest... In het koffertje stak ook een brief aan mezelf. Met een heleboel vragen. Ik had dit koffertje samengesteld in een periode dat ik me heel goed voelde en ik aanvoelde dat er op korte termijn veel zou veranderen. Dat was ook zo. De brief dateert van 18 december 2012. Enkele maanden later stierf mijn vader en vond ik mijn liefje. Van dan af is er inderdaad veel veranderd in mijn leven. Een aantal vragen die ik me in die brief stelde, kon ik positief beantwoorden. Andere vragen blijven momenteel nog een droom die hopelijk binnenkort werkelijkheid mogen worden.


Ik denk dat niet veel mensen zulke dingen doen voor zichzelf, maar ik vond het geweldig om het koffertje te herontdekken en te beseffen dat de dag waarop ik het mocht opendoen (mijn 36ste verjaardag) al even gepasseerd was. Als een klein kind opende ik het koffertje en was dus aangenaam verrast over de spulletjes die erin zaten. Op een dingetje na wist ik helemaal niet meer wat ik er toen had in gestopt...


Zo zie je maar hoe gehecht ik aan kleine dingen kan zijn.
Gelukkig leer ik wel niet alles meer bij te houden en sommige herinneringen in een tijdsgeest te zien. Dat maakt het iets gemakkelijker...


Waar ik minder moeite mee heb om afstand van te doen, zijn kleren.
Ik heb enkele kledingstukken die ik gemakkelijk al 15 jaar in mijn bezit heb, maar dat zijn er niet veel.
Kleding ontgroei ik wel eens. Niet meer letterlijk natuurlijk, noch in de lengte, noch in de breedte, maar vooral figuurlijk. In de loop der jaren heb ik verschillende soort kledingstijlen gekend. En eens ik een kledingstijl ontgroei, dan draag ik bepaalde kledij écht niet meer. In mijn midden twintiger jaren floreerde ik 'vollenbak' in de folk. En ja, daar horen zwierige langere rokken bij en hippiebloesjes. Dat was ook een beetje de kledij die ze bij ons op school droegen. De folky, hippie, geitenwollensok-stijl. Ja, zo heb ik een hele tijd rondgelopen.
Vanaf 2007 begon dat zo langzamerhand te veranderen. Ik verdween uit de folkscène. Dankzij 'My Groovy Sisters', de Jazz-band waar ik bij zong, begon ik wat meer retrokledij te dragen. Maar ook die periode waaide over. Op mijn 30ste voelde ik dat ik klaar was voor een minder meisjesachtige stijl, meer een dametje. En dat evolueert sindsdien.
Ik kan momenteel niet zeggen dat ik aanhanger ben van één bepaalde kledingstijl. Er hangen veel hipsterstukken in mijn kast, maar evengoed een duurder stuk van een chique merk of wat casual basics. En natuurlijk nog enkele restanten van de tijd van toen...
Doorgaan verdwijnt er wel wat kledij uit mijn kast nog voor het versleten is. Het lijkt alsof ik mezelf voortdurend wil opnieuw uitvinden. En daar past nieuwe kledij bij. Dat is ook de reden waarom ik tweejaarlijks van bril verander. Wanneer je die alle dagen draagt, dan wil je na enkele jaren wel eens iets anders. Een andere look. Bij kledij is dat ongeveer hetzelfde, al bezit je doorgaans meer kledij dan een enkel stuk dat je elke dag draagt natuurlijk.
Waar ik echter niet aan meedoe is de mode. Ja, ik heb natuurlijk stukken die in de mode zijn. Maar ik ga niet elk jaar mijn kleerkast weg doen omdat een bepaald item niet meer in de mode is. Trouwens, het is niet omdat iets in de mode is, dat jij er ook mee staat. Pastel zijn de kleuren van deze zomer. Wel: ik staat totaal niet met pastel, dus ik moet zeker geen pastelkleurige kledij aanschaffen.
In kledij moet je toch altijd trouw blijven aan jezelf: jij als type, maar ook je karakter. En niet aan de mode.


Hmmm... Dit zou ons te ver leiden. Deze gedachte houd ik vast voor een volgend stukje blog...







Geen opmerkingen:

Een reactie posten