donderdag 27 oktober 2022

Living the dream...

 

Het begint me zo stilletjes aan te dagen waarom ik op 4 mei 2022 keihard met mijn hoofd tegen de muur knalde en vervolgens mijn arm brak.

Het grappige aan de situatie is dat we meestal figuurlijk met ons hoofd tegen de muur lopen, wanneer we een les te leren hebben. Ik had nooit gedacht dat het ook wel eens letterlijk kon gebeuren.

Enfin, toen ik viel en vervolgens met een zwevende arm op de grond riep om hulp, was er onmiddellijk een stemmetje in mijn hoofd dat zei dat het ‘universum’ mij duidelijk ‘iets’ wou vertellen.

Nuja, het universum wil mij al verschillende jaren iets duidelijk maken. Ik heb vermoedelijk niet voor niets al 2x thuis gezeten met een Burn-out. Maar tot nog toe wist ik de werkelijke reden van het thuis zitten heel goed te omzeilen. En zo liep ik, tot tweemaal toe in dezelfde valkuil. Dusja, ze dacht hierboven: ‘dan zullen wij eens het groot geschut bovenhalen en ervoor zorgen dat ze een tijdlang écht out is. Niet mentaal, maar fysiek. Ze zal dan misschien haar hersenen eens leren gebruiken.’

En alsof het zo gepland was (want ja, zo’n operatie met revalidatie en herstel duurt hooguit enkele maanden), bleek er in september iets mis te zijn met de positie van de nagel die erin geklopt werd en moet alles er terug uit, wil ik deftig kunnen herstellen. Verlenging van ziekte met maanden.

‘We zijn nog niet aan de nief patatten’.

Ik heb dus tijd. Massa’s tijd. Elke ochtend breng ik Romy naar school. Tegen 8u15 ben ik ‘klaar’ met mijn ochtendtaak. Ik haal ze meestal op aan de schoolpoort om 15u40. En eigenlijk geniet ik wel van de privilége. Ik heb hier niet voor gekozen, maar het is nu zo en ik kan enkel dankbaar kijken naar alles wat ik momenteel heb, in plaats van mezelf te frustreren over de vreselijke pech dat ik gehad heb. Mijn lief zei deze ochtend nog: ‘allé, je dagtaak zit er al bijna terug op.’ Als je het zo bekijkt….

Die tijd probeer ik, sinds ik weet dat ik nog heel wat maanden thuis zal spenderen, nuttig te besteden. Niet door de perfecte huisvrouw te zijn. Dat ben ik nooit geweest en mijn arm laat me ook geen zwaar werk toe. Maar vooral door opnieuw tijd te nemen om te schrijven en te lezen.

Het lijstje met de boeken die ik graag nog zou lezen, is ondertussen zo lang geworden dat ik een gans jaar nodig heb om alles gelezen te krijgen. Tegelijkertijd is er zoveel ruimte in mijn hoofd vrijgekomen dat ik gulzig ben in het willen lezen van veel boeken.

Momenteel ben ik in het laatste deel van : ‘Je krijgt zoveel meer JA als je NEE kan zeggen’, van Nele Colle bezig.

Boeiend. Zeker voor iemand als ik die héél veel moeite heeft met NEEN zeggen. En dat is eigenlijk al mijn hele leven lang. Het wordt maar eens tijd dat ik deze patronen leer doorbreken. Dat ik leer om meer voor mezelf te kiezen. Meer voor mezelf kiezen (op een niet al te egoïstische manier), zorgt ervoor dat ik meer energie zal overhouden om vervolgens beter en bewuster te kunnen geven aan anderen. Daar wordt iedereen in mijn omgeving beter van.

En dat brengt me naadloos bij een podcast (ook een ontdekking van de laatste weken) dat ik gisteren beluisterde.

Het is een podcast van Nina Mouton, over wat zelfzorg écht is. Een podcast die heel hard aan te raden valt. In deze podcast legt Nina in een 20-tal minuten uit wat zij, als psychologe, bedoelt met ZELFZORG. Het is meteen ook wat reclame voor haar nieuwe boek dat sinds gisteren in de boekhandels ligt. Ik heb het alvast op mijn kerstlijstje gezet.

Ik geef jullie hierbij een korte ‘teaser’. Zelfzorg is niet je ME-time in bad of dat ene uitje met vriendinnen. Dat is uiteraard ook van groot belang. Maar zelfzorg is het dieper in jezelf graven om te onderzoeken waar bepaalde patronen, die jou stress bezorg, vandaan komen en daarmee aan de slag te gaan. Heel vaak heeft het te maken met een onthechte gezinssituatie of met het gevoel van parentificatie (jij nam hierbij de rol van je ouders of één van je ouders over in jouw jeugd). Bij mij gaat het vooral over het laatste, want ik kom eigenlijk best wel uit een warm nest waaraan ik heel mooie herinneringen heb. Alleen heb ik heel vaak de rol van mijn mama overgenomen, zonder dat zelf eigenlijk te beseffen. Ik denk ook niet dat de rest dat gezien heeft, maar wanneer ik terugblik op mijn leven en de verantwoordelijkheid die ik als kind al met mij meedroeg, vallen de puzzelstukken in elkaar.

Dat is voor mij alweer een interessant aanknopingspunt om meer over te willen weten. Dus ik hoop stiekem dat ik het boek van Nina Mouton onder de kerstboom mag aantreffen (hint hint).

Naast deze podcast, ben ik momenteel vooral verslaafd aan de podcast van DE VOLKSJURY. Ik weet niet of het me werkelijk deugd doet, zo true crime stories, maar de dames brengen het zo luchtig en humoristisch dat het bijna fictie lijkt.

Wat een contrast in tegenstelling tot een tijdje terug waarbij ik vooral veel ‘brainless’ TV zat te scrollen. Nu blijft de televisie soms dagenlang uit en luisteren we ’s avonds muziek en lees ik verder in mijn boek. Of ik schrijf nog een beetje, wanneer ik écht nog energie heb wanneer Romy in haar bed ligt.

Ik voed mezelf dus met interessante informatie en dat geeft me energie. Iets wat ik al een heel lange tijd mis. Levensenergie, levenselixir.

Ik voel verandering, groei. Er is een nieuw zaadje geplant en dat wil nu graag veel water om te kunnen groeien.

Zo ben ik, enkele weken terug, ook bij een therapeute/coach (what’s in a name) terechtgekomen, mij aangeraden door een vrienden. Ik weet dat ze er in april al eens over gesproken had, maar om een of andere reden liet ik dit links liggen. Onder het motto: ‘trust the timing of your life’, heb ik pas in september contact met haar opgenomen.

In 2 sessies tijd ben ik zoveel te weten gekomen over wie ik ben en waarom ik bepaalde dingen doe of niet doe. En dat heeft mij een enorme boost gegeven om  nu EIN-DE-LIJK in de pen te kruipen en mijn ROMAN-idee uit te werken.

En hoera, 2 dagen geleden ben ik werkelijk achter de computer gekropen en zijn de eerste 6 bladzijden er moeiteloos uitgevloeid.

Wanneer ik straks thuis ben, zet ik mij opnieuw achter mijn bureau om verder te werken.

Toen mijn lief deze ochtend al lachend zei dat mijn ‘dagtaak’ er alweer bijna op zat (hij bedoelde dat niet al spottend hoor), zei ik dat ik nog moest beginnen aan mijn ‘werk’. Ah ja, iets kan pas slagen wanneer je jezelf au serieux neemt. ‘Living the dream’. Doen alsof het al geschreven is en het succes heeft. Stap voor stap mijn doel bereiken en genieten van elk moment dat ik nu achter mijn schrijftafel mag kruipen. Iets waar ik absoluut geen tijd voor heb wanneer ik aan het werk ben.

Aah en nu zijn we er. DAT is dus waarom ze mij van hierboven keihard tegen die muur lieten knallen. En dat is dus de reden waarom het langer duurt dan gedacht.

NU is de tijd om te schrijven, want na mijn 2de operatie zal ik wellicht weer een tijdje niets kunnen met mijn linkerarm, aangezien al mijn spieren opnieuw doorgesneden zullen worden. Dus NU NU NU…

Toen ik in 2021 voor een 2de maal thuis zat met een burn-out, was ik begonnen met het neerpennen van losse flodders voor ‘mijn boek’ (ziezo, het woord is er eindelijk uit, ik ga een boek schrijven). Ik had alles netjes met de hand uitgeschreven in het gedacht om het allemaal uit te typen van zodra ik mezelf een nieuwe laptop had gekocht.  Maar toen ik in oktober terug eventjes aan de slag was (progressief van een deeltijdse job), merkte ik snel dat ik er niet meer aan toe geraakte om te schrijven (ook al had ik tijd) en wist ik dat ik enkel zou kunnen werken mocht ik een sabbatjaar nemen. Maar, wie neemt nu een sabbatjaar wanneer er een economische crisis op de loer ligt? Juist. Mijn verstand onderdrukte mijn gevoel heel erg. Ik vroeg wel mijn ontslag aan en zo was ik vanaf januari 2022 een ‘vrij’ mens. Zo dacht ik althans. Maar wanneer je gevangen zit in je eigen dwanggedachten ben je helemaal niet vrij. Want in plaats van te doen wat ik wou doen, begon ik te kijken om eventueel een opleiding te volgen via de VDAB zodat ik uit het maatschappelijke werkveld kon ontsnappen.

Plan grandioos mislukt. Ik had het idee om een opleiding tot opticien te volgen en daarin te gaan werken. Op mijn lijf geschreven. Aan het begin van mijn carrière heb ik enkele maanden in de Standaard boekhandel gewerkt. Heerlijke job. Daar heb ik tot nog toe de beste herinneringen aan. Ik ben geen enkele dag met tegenzin gaan werken. Dus, in een winkel werken ligt me wel. En bovendien draag ik al een bril sinds mijn 2de, dus ik heb wel iets met brillen. En een opleiding als opticien is ook niet van de poes. Je moet wel wat kunnen. Boeiend ook nog eens dus.

Alleen had ik er geen rekening mee gehouden dat je altijd late werkdagen hebt. Ik werk graag en ik wil veel werken. Maar mijn hart kan het niet aan om daardoor minder tijd voor mijn dochtertje te hebben. Dus ‘baajkes’ plan opticien.

Maar wat nu? Ondertussen was ik al aangemeld bij de VDAB en zaten ze achter mijn veren. Want, ja, iemand met mijn diploma en CV vond toch zo nieuw werk?

Wel, beste maatschappij: ‘daar schuilt een groot probleem’. Jullie denken teveel rechtlijnig zonder naar het verhaal van de mens te luisteren.

En toen vond ik zelf een boeiende vacature , bij mijn huidige werkgever.

Ja, ik ben tevreden over mijn huidige werksituatie (ook al heb ik er nog maar 2,5 maand opzitten). En toch voelde ik dat ik opnieuw in eenzelfde valkuil aan het trappen was. Dat van de werknemer die zich binnen enkele jaren opnieuw zal frustreren omdat ze niet kan doen wat ze wil. En ook omdat ze niet kan begeleiden zoals zij het wil. Maar op zich vind ik het een heel leuke job, boeiend en al.

En toen was de muur er en de rest is geschiedenis.

Willens nillens heb ik nu een sabbatjaar. Niet gekozen, maar gedwongen.  Daar waar ik dacht dat het me wéér niet gegund was om eens wat langer ergens te vertoeven, was er mij  wel iets anders gegund: TIJD. Tijd om te leren zien dat het nooit meer wat zal worden, ik en het maatschappelijk werk in de klassieke zin van het woord.

Ik ben ervan overtuigd dat ik een geboren maatschappelijk werker ben. Echter zijn er zoveel manieren om mensen te helpen, dan enkel in sociale organisaties.

Wanneer ik het boek van Nele Colle lees (of binnenkort het boek van Nina Mouton), dan heb ik eveneens het gevoel dat zij mensen helpen door hetgeen ze neerschrijven. En dan denk ik: ‘dat is meteen een heleboel vliegen in 1 klap. Ik kan én schrijven én mijn kennis delen én mensen helpen én op mijn gemak rustig werken waardoor ik aan het einde van de dag niet helemaal leeggezogen ben door teveel prikkels).

‘It’s to good to be true? ‘ Of mag ik geloven dat ‘living the dream’ echt mogelijk is?

Als tiener bedacht ik het volgende: ‘niets is onmogelijk en ze plukte een handvol kersen uit de frigo’. Ik zie jullie fronsen, maar je moet het je eens proberen inbeelden. Je zal zien dat het zo gek nog niet is.  

Daarnaast droomde ik ooit het volgende beeld: ‘ als ge het bos door de bomen niet meer ziet, trek dan uw rolluiken op’.  Wat zoveel wil zeggen al dat je het zelf in jouw macht hebt om je leven in handen te nemen en er wat van te maken. Jouw geluk hangt niet af van anderen.

Best wel mooie wijsheden voor de tienerversie van mezelf, wanneer ik het zo overdenk.

En zo zien we maar, jong of oud (of van middelbare leeftijd): ‘ wanneer we openstaan om bij te leren, kan dat elke dag’. We moeten er niet vanuit gaan dat we ooit op een punt komen dat we niets meer kunnen leren. En we moeten er ook niet zomaar van uitgaan dat we niets kunnen leren van jongere mensen, want ook dat is niet waar. Het gaat niet over de aardse leeftijd dat mensen hebben. Het gaat over het niveau waarop de ziel zich bevindt. Ben je een oude ziel of een jonge ziel? Daar ga ik nu niet over uitweiden, want dat zou ons te ver leiden.

Laat je verwonderen door de wijsheden die naar jou toekomen, door jong en oud. En je zal zien dat ook jij elke dag een beetje meer kan groeien. Zelfs wanneer je denkt dat je alles weet wat je moet weten. Er schuilt altijd wel interessante informatie in dat ene kleine hoekje…

 

vrijdag 21 oktober 2022

Kledij weerspiegelt onze persoonlijkheid...

Het is nog maar herfst en het is nog geeneens écht koud geweest, maar toch kan ik jullie nu al vertellen dat DE aankoop voor komende winter binnen is. Een aankoop die ik iedereen aanraad… Ik denk er zelf over na om er eentje voor mijn dochter(bijna 6) aan te schaffen, want het zal nog een pak kouder worden.

Het is herfst, maar ten Huize Wau staat de chauffage nog uit. Wij proberen dat ook zo lang mogelijk te rekken. De energieprijzenhorrorverhalen schrikken ons heel erg af. We hebben deze zomer nog snel getekend voor zonnepanelen, ook al verwarmen wij op gas. We wonen in een grote, oude bel-étage; wat maakt dat we hoge plafonds hebben en ons huis een stuk uitsteekt boven dat van de buren. Isoleren is voor een groot deel gebeurd, maar wij moeten toch grote ruimtes verwarmen. Wij zijn niet opgegroeid met verwarming op onze slaapkamers, dus deze zetten wij sowieso nooit aan. Huiswerk wordt beneden gemaakt en onze dochter houdt er niet van om boven te spelen, dus ook dat gebeurt in de woonkamer. Een aantal kleine aanpassingen zijn in de maak, maar dat zal ruimschoots onvoldoende zijn om de hoge energieprijzen tegen te gaan. Dus zoeken we extra manieren om ons lichaam warm te houden. Een van onze familieleden zij gisteren (eerder o te grappen): 'allé, de opwarming van de aarde is dan nog ergens goed voor'(aangezien het gisteren én vandaag helemaal niet koud is).

Onze dochter, 'zo mager als een houtte (zo zij ons mama dat vroeger ook over mij), heeft voorlopig geen last van de koud. ’t Is een klein kacheltje. En hoewel ik wat meer vetjes heb, heb ik het toch snel koud. Dus zocht ik voor mezelf uit wat me zou kunnen helpen.

Ik heb het altijd vreselijk lelijk gevonden, maar goed, ik ben dan toch gezwicht voor, jawel (sorry Jani, jij vindt het vast net zo lelijk als ik): ‘DE BODYWARMER!’

Ik heb het nut van een jasje zonder mouwen eigenlijk nooit goed begrepen. En telkens ik dat aantrek merk ik hoe mottig het me staat.

Maar, wat heb ik dan precies gekocht? En waarom ben ik er voor gezwicht?

Na veel onderzoek, want jawel, HET IS MODE (dus dat maakt de zoektocht gemakkelijker) ben ik erop uitgekomen dat zo’n wollen geval zowel binnenshuis als buitenshuis gemakkelijk gedragen kan worden. Binnenshuis met een t-shirt met lange mouwen onder, buitenshuis onder een jas. Dus, de pocketveren, michelinachtige gevallen heb ik gelaten voor wat ze waren: ' echt ongelooflijk lelijk'. Mijn excuses wanneer ik hiermee mensen beledig. Het is slechts een mening, dus niet heiligmakend.

Ik wandelde de AS adventure binnen, want ik hoopte er eentje van Patagonia op de kop te tikken. Dat is een kwaliteitsvol merk. Niet het goedkoopste, maar wel een duurzaam en ecologisch merk. En jawel, het was mijn geluksdag. Daar lag een wollen exemplaar dat er mij nog ‘te doen’ uitzag. Twijfel twijfel, innerlijke strijd (zoals altijd). Eventjes vechten met mezelf alvorens ik besloot om dan toch maar een smak geld neer te tellen voor zo’n bodywarmer. 

De dame aan de kassa zei nog: 'mooi he?' en ik replikeerde: 'uhu... Goh ja, het moet vooral heel warm en functioneel zijn'. 

Maar ooooo wat heb ik er al plezier aan beleefd. Het voelt al als een deeltje van mezelf. Ik heb het al zo vaak aan gehad zonder mij te schamen.

Lekker warm en heel gemakkelijk wanneer ik, zoals nu, aan het schrijven ben of de afwas doe. Ik houd er helemaal niet van om iets met opgestroopte mouwen te doen. Ik ben zo een van die mensen die eigenlijk niet veel op mijn lichaam kan verdragen. Hoe minder ik moet aandoen, hoe fijner ik me voel. Dat is een van de redenen waarom de winter niet onmiddellijk mijn favoriete seizoen is. Wel beter voor de portemonee, want in de winter ga ik absoluut niet graag shoppen. Iets te veel gedoe met kleren uitdoen.

Maar er is momenteel nog een reden waarom ik voor dit bodywarmertje gezwicht ben. Aangezien ik momenteel erg vaak rondloop (vooral buitenshuis) met mijn armbrace kan ik niet eender wat aantrekken. Ook om deze reden is zo’n bodywarmer erg aangenaam. T-shirt met lange mouwen aan, brace erover en dan mijn bodywarmer. En dat zit goed.

Ik heb ondertussen ook ontdekt dat het eigenlijk een basic is dat je op erg veel kledij kan aandoen. Je kan het zo gek niet bedenken of de bodywarmer past erover.

Iets wat ik hoog in het vaandel draag wanneer ik kledij ga kiezen. Ik had nooit gedacht dat ik hier dus reclame voor zou maken, maar ik kan het iedereen warm aanbevelen.

 

Een kledingstuk waarvan ik wel 100% overtuigd ben dat iedereen ermee staat en jij het dus in jouw kleerkast MOET hebben is een JEANSJASJE. Ik kan me werkelijk niemand inbeelden die ik ken, dat hier niet mee zou staan. Groot, klein, jong, oud, met of zonder vetjes,… Werkelijk iedereen kan zo’n jasje aan.

Ik was dan ook ontzettend opgelucht toen het vestje niet in stukken geknipt diende te worden na mijn armbreuk. Mijn arm was zo opgezwollen (en een écht jeansjasje geeft niet mee) dat ik vreesde dat de verpleegster er de schaar zou moeten inzetten. Maar met een beetje hulp van mijn lief en veel zweet en tranen van mezelf, ben ik er toch (ik mag niet zeggen heelhuids, want mijn arm was op 3 plaatsen gebroken) uitgeraakt.

Als kind had ik er ooit een gehad en ik kreeg dus een nieuw exemplaar, enkele jaren geleden voor mijn verjaardag, van mijn lief. Je kan zo’n jasje werkelijk op alles dragen. Zowel sportief (wat niet in mijn kleerkast hangt) als casual, op iets hipperkleurigs of op een chique jurk. Ik ben er stiekem zelfs van overtuigd dat je het even mooi op een trouwkleed kan dragen.

Dus, als je nu denkt: ‘ik moet zo’n jasje hebben’, dan heb ik een tip voor jou.

Zo’n jasje hoef je maar 1 keer in je leven te kopen, wanneer je meteen investeert in een goed exemplaar. Koop dus, bij voorkeur, geen denimjasje uit de H&M voor 20 EUR, maar investeer liever in een écht jeansjasje (bv van Levi’s) dat je dan wel 100 EUR kost. Ikzelf houd niet zo van Denim. Dat is willen, maar niet kunnen. Geef mij liever échte jeansstof. Veel mooier, gaat veel langer mee, maar er zit minder stretch in.

Misschien spring ik een beetje van de hak op de tak, maar je zal zien dat ik nog tot een soort van filosofisch punt kom, naar het einde toe. Zoals altijd. Niets is zomaar iets, wanneer ik schrijf. In alles wat ik overdenk, schuilt altijd wel een diepere betekenis.

Ik schrijf vandaag eigenlijk over kledij omdat ik de laatste maanden in een soort van kledingcrisis ben geraakt. En misschien ook een heel klein beetje omdat ik een jeanssalopette besteld heb en er stiekem naar uit kijk die vandaag geleverd te krijgen. Ik ben een beetje gespannen hiervoor, want ik koop nooit kledij voor mezelf online. Maar bij deze kon ik niet anders, want ze verkochten deze niet in de winkel.

Maar eventjes terug naar mijn kledingcrisis.

Eigenlijk staat die kledingcrisis een beetje symbool voor een identiteitscrisis? Midlife-crisis? Wat-met-de-rest-van-mijn-leven-crisis? Kortom, ik heb teveel tijd om na te denken. Nuja, langzamerhand begint het me te dagen waarom het universum mij keihard met mijn hoofd tegen de muur liet knallen. Daar heb ik nog een ander stuk over geschreven, maar het dient nog herlezen en gepost te worden.

Wanneer ik mijn veranderende smaak in kledij in de loop van mijn leven overloop zie ik dat ik altijd een soort van kameleon ben geweest. Sommige mensen groeien in een stijl en blijven hun hele leven zowat dezelfde soort kledij dragen. Ik ben 42 jaar en ik weet nog steeds niet 100% welke stijl bij me past.

Voor mij staat dit symbool voor: ‘ik weet nog steeds niet voor de volle 100% wie ik ben en wat ik wil in dit leven. Of wat mijn missie is’. Een ding staat vast: ‘ik heb me nooit laten beïnvloeden door mode of andere mensen. Ik heb altijd zelf gekozen wat ik wou.’

Dat zat er al in toen ik nog heel klein was. Mijn mama zei altijd dat, wanneer ik iets niet mooi vond, ik het absoluut niet wou aandoen. Wel, ik heb een kleine kopie van mezelf in huis, vrees ik. Ik koop niet zomaar meer wat ik mooi vind, want dan zou ze de helft ervan niet aandoen. En eigenlijk, ben ik stiekem wel trots op dat karaktertje.

Het breken van mijn arm heeft zeker en vast een aantal zaken in werking gezet. Veel tijd hebbende om na te denken heeft gemaakt dat ik in die kledingcrisis geraakt ben. Ik moet toegeven, tot mijn grote spijt, dat ik de voorbije maanden gemakkelijk 10 kg ben aangekomen. En dan was ik al wel wat verdikt in de loop der jaren. Dus heel blij ben ik momenteel niet met mijn lijf. 

Dat maakt natuurlijk dat het veel moeilijker is om mezelf nog mooi te vinden in kledij. Of mijn gat is te dik, of mijn buik steekt uit of mijn borsten zijn te groot. Pffff, lastig bij momenten. Ik hoor veel vriendinnen denken: ‘wees eens mild voor jezelf. Zo erg is het niet’. Maar toch: ‘IK voel mij hier niet goed bij, dus ik wil daar absoluut iets aan doen’. En ik ben er ook wel mee bezig.

De voorbije maanden heb ik dus enerzijds een aantal kledingstukken opgeborgen waar ik niet meer in kan, maar  die ik graag nog wil kunnen aandoen. Anderzijds heb ik veel weggedaan waarvan ik voel dat het ‘mijn ding’ niet meer is. Dit ben ik niet (meer). Ben ik dit ooit geweest? Ik weet niet altijd goed uit te leggen waarom ik iets wegdoe of weggeef. Het gaat er dan niet eens zozeer over of ik er nog  in kan of het mij al dan niet meer staat (naar mijn figuur dan toe). Het is een gevoel dat er al eventjes zit. Het: wie-ben-ik-eigenlijk-gevoel en wat wil ik uitstralen.

Uiteraard wil ik heel graag ‘MEZELF’ uitstralen. Ik denk, neen, ik weet ondertussen dat ik er eindelijk klaar voor ben om uit te stralen wie ik diep vanbinnen ben.

Ik ben sowieso een eclectisch persoon. Enerzijds ben ik erg introvert, hoogsensitief, rustig, lief, warm. Maar anderzijds kan ik ook wel explosief en luid zijn. Ik ben heel sociaal (en voor de mensen die denken dat je niet én introvert én sociaal kan zijn. Toch wel, dat gaat prima samen. Alleen heb ik méér nood aan rust en alleen zijn, maar ik word doodongelukkig wanneer ik geen sociale contacten kan onderhouden). Ik houd dus enerzijds van eenvoudige kledij (zowel in snit als in print). Maar anderzijds houd ik ook van kleurrijke kledij, opvallende, unieke stuks, sprekende dingen. En het liefst van al combineer ik de 2. Ik wil geen gigantisch ingewikkelde kleurboek zijn, maar ik ben ook niet graag een grijze muis. Dat is iets wat mijn kleerkast toch altijd heeft doorspekt. Dus daar ben ik zeker van.

Ik houd niet van ingewikkelde kledij. Iets dat mij een uur tijd kost om  het aan te trekke, laat ik graag in de winkel hangen. Hoe mooi het soms ook kan zijn. Voor mij moet kledij gemakkelijk aan te trekken zijn, anders krijg ik stress en dat is verloren energie.

Maar ook de stof is belangrijk. Ik houd niet van prikkerige stof of vervelende labeltjes die kriebelen (hoogsensitieve mensen herkennen dit vast en zeker). Hoe mooi iets mag zijn, wanneer de stof niet lekker zit, dan zeg ik ‘baajkes’. 

 

Wat ik ook al jaren ervaar is het volgende fenomeen: ‘ik ben klein en ik zie er doorgaans 10 jaar jonger uit dan ik ben’.  ‘WOEHOEW’ hoor ik veel jaloerse vrouwen nu denken. 10 jaar jonger. Daar zouden velen een moord voor begaan, ik weet het. Sommige vrouwen leggen er veel geld voor neer om te verjongen. Ik hoef daar helemaal niets voor de toen… Ik hoef mijn haar nog niet te verven, wat ik trouwens ook nooit zal doen. Ik hoef geen rimpels op te vullen, want die vallen écht sereus goed mee,… Maar… aangezien mensen mij altijd veel jonger schatten leef ik al heel lang met het gevoel dat ik weinig au serieus genomen word. Alsof ik over weinig levenservaring beschik en nog niet veel meegemaakt heb. Niets is minder waar natuurlijk. Ik kan al een serieuze klepper van een biografie schrijven. Onlangs zei iemand me nog: ‘amai, jij hebt de laatste jaren nogal eens wat meegemaakt hé…’ Euh, ja, misschien wel, maar ’t leven gaat door en ik sta nu eenmaal positief in het leven.

Ik heb soms het gevoel dat ik mezelf altijd moet bewijzen. Mijn lief zegt soms (niet lachend bedoeld eigenlijk) dat ik aan het Calimerosyndroom lijdt. Voor zij die Calimero niet kennen… Dat is een klein, zwart vogeltje met een halve eierschaal op zijn hoofd. En die zegt heel vaak: ‘zij zijn groot en ik ben klein en dat is niet eerlijk’. Dat omvat zowat hoe ik me heel vaak voel. Heel onzeker en klein tegenover andere mensen. Op mijn vorige job (en dat is geen jaren geleden) voelde ik me heel vaak ‘de stagiair’, terwijl ik al jarenlange ervaring had als maatschappelijk werker en ik zelfs enkele jaren een team geleid heb. Iets in mezelf maakt dus dat mensen mij als een klein, soms hulpeloos wezen beschouwen. Een wezentje dat gered moet worden. Terwijl ik diep van binnen eigenlijk best wel een sterk karakter heb en perfect voor mezelf kan zorgen. En toch draag ik wel wat Calimero uit.

Ik schommel heel vaak tussen ‘een krachtige vrouw’ enerzijds én ‘een klein meisje’ anderzijds.

Maar ik voel dat het tijd is om dat kleine meisje te omarmen in de zin van: 'dat we het kind in ons niet mogen laten sterven, want dat is de puurheid die in elk van ons zit, maar dat ze wel wat meer op de achtergrond mag geraken'.

Ik had altijd gedacht dat ‘de vrouw in mij’ meer zou ontwaken met het krijgen van een kind. Maar niets blijkt minder waar. Het meisje is altijd gebleven. Hoe zeer ik ook als vrouw voor mijn dochtertje weet te zorgen.

Maar nu voel ik dus heel sterk dat het tijd is om te springen. Het kind omarmen, maar wel springen naar de sterke vrouw die ook aanwezig is.

En ik geloof heel hard dat het vinden van de juiste stijl van kledij dat bij me past, die transformatie kracht zal bij zetten.

Die transformatie dat er eveneens voor zal zorgen dat ik eindelijk in het leven ga doen waarvoor ik gekomen ben. Ik ben een geboren maatschappelijk werker, laat dat duidelijk zijn. Maar er zijn zoveel manieren om maatschappelijk werk te beoefenen, mensen te helpen, te geven, iets te betekenen voor iemand,...

Schrijven, bijvoorbeeld. Ik heb de kracht om mensen te inspireren doorheen mijn neergeschreven gedachten. En of ik dat nu ‘om den brode’ doe of niet, dat maakt eigenlijk helemaal niet uit. Het zou fijn zijn om op een dag gepubliceerd te geraken of redactiewerk te mogen verrichten. Zeker en vast. Dit geeft me energie en het is iets waarvan ik eigenlijk diep in mezelf wél geloof dat er een talent huist. Iets waar ik zelfzeker over kan en mag zijn en waar ik eveneens trots op mag zijn. 

Het is niet altijd gemakkelijk in mijn complexe hoofd (al zou het dat misschien wél kunnen zijn).

Dus wie weet is het vinden van een uiteindelijke kledingstijl wél de sleutel tot het openbloeien van wie ik werkelijk ben.  

Kledij is altijd een rode draad geweest is mijn leven. Niet alleen heb ik altijd een uitgesproken mening gehad over mijn eigen kledij. Ik heb ook al heel veel vriendinnen geadviseerd in het maken van kledingkeuzes. 

En ik heb altijd wel een handvol tips klaar rond kledij… Zelf neus ik graag rond in de kringwinkel of vintagewinkels. Schatten spotten. Op een of andere manier ben ik heel goed in het spotten van dure kledij in zulke winkels. Ik heb al vaker kleedjes van 300 EUR of meer gekocht voor 6 EUR. Mijn lief toverde eens een broek van 320 EUR tevoorschijn waarvoor ik dan 4 EUR betaalde. En op een kledingruilbeurs haalde ik de laatste minuut een truitje tevoorschijn, zo goed als nieuw van uitstekende kwaliteit. Later zoekwerk toonde aan dat het een truitje van meer dan 250 EUR was. Heerlijk toch… Maar één stelregel neem ik altijd mee: ‘het is niet omdat iets van een duur merk is dat je nu voor enkele euro’s kan kopen, dat je dat ook MOET doen (tenzij je een handeltje wil beginnen). Koop alleen waar je je écht goed in voelt en dat jou ademt.’

 

En zo zit het leven ook gewoon in elkaar. Bij alles wat je doet, waar je voor kiest,… Zorg ervoor dat het JOU ADEMT. Want enkel dat is jouw pad.

Tijd dus om MIJN adem te vinden... 

 

dinsdag 18 oktober 2022

Ode aan de vriendschap


Waaw, wat een heerlijk weekend heb ik achter de rug.

In het kader van zelfzorg kan dit wel tellen. Gek, want ik zit hier op dit ogenblik net in een discussie in 'the small family group' omtrent zelfzorg, hoe je in een relatie moet staan volgens verschillende generaties,… Met alle respect, maar ik ben in dit leven al te ver gevorderd om te geloven dat je alles enkel en alleen met je ‘gezin’ moet doen. Integendeel: ‘wie als mens wil blijven groeien, moet af en toe een beetje egoïstisch in het leven staan’. Dat is, volgens mij de enige manier om je eigen doelstellingen in dit leven te behalen. 

Daarmee wil ik niet zeggen dat je altijd je eigen zin moet doen, wanneer je een gezin hebt. Zeker niet. Maar wat ik  daarmee wel zeggen wil is dat je jezelf in elk aspect, in elke rol mag respecteren en voor jezelf moet opkomen. Voor wat jij belangrijk vind en dus waarde aan hecht. 

Wanneer je kinderen hebt ben je niet alleen ‘mama’. Je bent, zoals Maison Slash het zo mooi omschrijft, een ‘Slash Parent’. Je bent én mama én partner (of ex-partner) én werknemer of werkgever én vriendin voor velen én dochter of schoondochter én zus én én én.

Jouw leven bestaat uit verschillende rollen. Wanneer we geboren worden zijn onze rollen nog niet erg uitgebreid. Dat bouwt zich langzaam op. Naarmate we ouder worden leren we de verschillende rollen doorgronden en absorberen we die in onze persoonlijkheid. Elke rol belicht een bepaalde kant van wie we zijn. Verschillende rollen wil ook zeggen dat we verschillende stukjes van onze persoonlijkheid leren kennen.

Onlangs beluisterede ik een podcast van ‘Het Inzicht’ (ja, ik heb nu wel wat tijd om te lezen, te kijken, te luisteren, te doen,…). Het was de aflevering met Guillaume Vanderstigel. Hij maakte daarin een superinteressante reflexie.  Namelijk: ‘we zijn altijd onszelf. Alleen is het zo dat we ons bijvoorbeeld, in het bijzijn van onze baas anders zullen gedragen dan wanneer we bij ons lief zijn.’ Dat is ook logisch, want bij onze baas vervullen we een andere rol, dan bij ons lief. Tenzij onze baas ons lief is, maar dat wordt te ingewikkeld. Het is de verhouding tot en de interactie met andere mensen dat maakt dat wij een bepaald deeltje van ons karakter kunnen aanboren. Het is wat de ander in ons naar boven haalt.

Het triggert ons niet alleen. Het maakt ons ook heel. Al die verschillende interacties, die verschillende rollen maken dat wij onszelf elke dag een beetje beter leren kennen. Als we enkel en alleen in onze kleine cocon blijven en steeds met dezelfde mensen interageren, dan kunnen we onszelf niet ten volle ontplooien.

En dat maakt waarom ik zoveel deugd gehad heb van een weekendje weg met 2 van mijn beste vriendinnen. Eventjes weg van mijn rol als mama en lief. Eventjes weg uit mijn kleine cocon waar ik momenteel in leef. Want ja, die is momenteel enorm klein.

Met een zwaar armletsel en wachtend op een 2de operatie, heb ik momenteel veel 'vrije' tijd. Dat is geen fijne tijd. Hele dagen thuis. Niet wetende wat de komende weken en maanden met zich mee zullen brengen. Ik houd me bezig met schrijven, wandelen, lezen,… Af en toe een leuke ontmoeting met een vriendin die thuis is. Soms eens een leuke uitstap. Maar weinig intellectuele uitdaging momenteel. De huismoeder die zit te wachten tot het kind van school gehaald kan worden. Het huishouden draaiende houden (voor zover de arm dat toelaat ten minste) en vooral in grote stilte leven. Ok, ik overdrijf misschien een beetje. Ik krijg opportuniteiten die er niet zouden geweest zijn mocht ik mijn arm niet gebroken hebben. Al raad ik het niemand aan zijn of haar arm te breken om een beetje vrije tijd los te peuteren bij zijn of haar werkgever. 

Dit weekend was  ik dan toch ontzettend blij om heel eventjes aan mijn dagdagelijkse werkelijkheid te kunnen ontsnappen en uit te waaien aan de ‘koningin der badsteden’ (het zou zowaar een quizvraag kunnen zijn).

We kregen het weer dat we verdienden, op een enkele regenbui na. We hebben heerlijk gewandeld, gekuierd, gegeten, koffie gedronken, zonnestraaltjes meegepikt, af en toe een winkeltje binnengestapt,… We hebben veel gepraat over het leven, veel gelachen, veel mooie herinneringen van een bijna 20 jarige vriendschap bovengehaald. We hebben het leven gevierd. En dan in het bijzonder het 40-jarig bestaan van de jongste van de 3. Dankbaarheid is het enige woord dat een juiste beschrijving geeft van het gevoel dat ik aan dit weekend overhoud.

Dankbaarheid om de meiden en onze vriendschap. Dankbaarheid omwille van het feit dat ik zorgeloos de trein op kan, een hotelletje kan boeken, kan rondkuieren, een koffie kan gaan drinken en op restaurant kan gaan. Allemaal zaken die ik niet als een evidentie beschouw. Als kers op de taart hebben we een fijne avond gehad met een van mijn andere beste vriendinnen die daar woont en toevallig vrij had om ons te vervoegen bij het diner. Een memorabele, magische avond. Daar doen we het toch voor? Dat is nu eens de batterijtjes volledig opladen om dan met een grote glimlach terug huiswaarts te keren.

En ik merkte meteen aan mijn lieve huisgenoten dat ook zij deugd hadden van een weekend zonder mama/lief. Niet dat ik mezelf als een vervelend mens dien te beschouwen. Zeker niet. Maar wel om andere redenen waar we soms te weinig bij stil staan.  Het kind heeft 2 dagen met haar papa doorgebracht in een 1 op 1 contact. Dat doet écht veel voor dat kleintje van ons. En ook voor het lief. Anders horen wij voortdurend: mama dit en mama dat. Ik geef toe: ‘ze is een 100% mama’s kindje’. Maar wanneer ze alleen met papa is, vloeit daar zoveel ander plezier en zoveel andere liefde. Ze doen andere dingen dan dat ik met haar doe, wanneer we alleen zijn. En dat is o zo fijn. Dat is ook nodig. Broodnodig. Voor ons alle drie eigenlijk. 

Ten tijde van onze ouders of onze grootouders zou geen sprake geweest zijn van een gezellig uitje met vriendinnen terwijl jij je man en kinderen aan hun lot overliet. Dat was gewoonweg not done. Wie deed nu zoiets? 

In die tijd bestond het woord zelfzorg nog niet. 

Zelfzorg? Wat was dat?

Me-time? Q-time met anderen? Mijn mama was huismoeder. In principe zouden we kunnen stellen dat ze overdag wel eens tijd had om met een vriendin af te spreken. Maar dat gebeurde gewoonweg niet. Mijn mama zat letterlijk alle dagen thuis. Te wachten tot haar kroost het huis opnieuw vulde. Dag in, dag uit. En in het weekend, toen wij naar de jeugdbeweging waren, deden mijn ouders boodschappen. Op zondag maakten we regelmatig een uitstap of gingen we op bezoek bij mijn grootouders. Dat was ons leven. 

Dit leven zal in sommige gezinnen vast nog realiteit zijn, maar het merendeel van de jongere generaties bedanken voor dit vast stramien. Mensen richten zich meer en meer op zichzelf. Op hun eigen ontplooiing en groei, naast dat van hun kinderen en lief. En terecht. Onze voorouders hebben heel hun leven onder een steen geleefd. Geleefd om te werken en voor hun kroost te zorgen. 

Vaak wordt er gesteld dat jonge mensen lui geworden zijn. Maar niets is minder waar. Jonge mensen willen zeker en vast nog werken. Alleen willen ze dit niet meer op een manier waarop het vroeger gebeurde. Jonge mensen willen meer genieten van hun leven. Ze maken bewustere keuzes in de zaken die ze wél willen en niet willen. Ook ouders met kinderen maken andere, bewustere keuzes. 

Ik was net eventjes in het boek van Nele Colle aan het lezen. Waarom je zoveel meer Ja kan krijgen door Neen te zeggen. Wel, ja, er staat veel in dat ik zelf ook al ervaren en bedacht heb. Waarom bezorgen wij onszelf zoveel stress. We staan er niet bij stil dat er zoveel stressfactoren ons leven binnen glippen. En daar ben ik nu eens oprecht van overtuigd dat onze ouders minder stress hadden dan wij nu. Ik spreek niet over onze grootouders die de oorlog meegemaakt hebben. Dat was een ander soort stress. Ik heb het over stress ten gevolge van veranderingen in onze maatschappij. 

Toen ik klein was, hadden wij enkel een vaste telefoon. Ofwel was je thuis en kon je opnemen (of niet) wanneer de telefoon ging. Ofwel was je niet thuis en dan wist je het niet wanneer iemand gebeld had (dat was nog voor het automatisch antwoordapparaat). 'Wat niet weet, niet deert', zo luidt een gekend spreekwoord. Van tegenwoordig verwachten veel mensen dat je smartphone aan je oor kleeft. Je moet bijna 24/24u en 7/7d bereikbaar zijn. Nuja, veel mensen zijn ook verkleefd met hun GSM. Vroeger lazen we een boekje in de wachtzaal bij de dokter, of keken we een beetje rond. Nu zitten we massaal op ons schermpje te turen, te scrollen,... Maar we zijn bereikbaar. Toch vrij stresserend, als je het zo stelt. Bon, ik ben keihard aan het uitwijden. Eigenlijk wilde ik het vooral hebben over hoe belangrijk vriendschappen voor me zijn. Maar voor ik het weet maak ik allerlei zijsprongen die misschien niet altijd te volgen zijn. Toch zijn ze logisch. In mijn hoofd althans. 

Ik was daarnet ergens gestrand met 'moeder de huisvrouw die nooit afsprak met vriendinnen'. De enige mensen die elke dag over de vloer kwamen, waren mijn grootouders. Ik vroeg me vaak af wat die zo elke dag tegen elkaar te vertellen hadden. Mijn mama alle dagen thuis, mijn grootouders in pensioen. Ik kan het hen niet meer vragen, dus ik zal het nooit weten. Een goed bewaard familiegeheim dus.

De voorbije jaren heb ik toch ook wel wat thuis gezeten. Eerst 2 burn-outs en nu, sedert een maand of 7 zit ik thuis met een gebroken arm die maar niet deftig geneest. Behoorlijk saai bij momenten om zo veel thuis te zijn. Niet dat ik geen bezigheden zou kunnen zoeken, maar ik moet met 2 dingen rekening houden. Ik zit natuurlijk met een arm die niet goed meewil en die bij momenten erg veel pijn doet. Ik kan niet zomaar alles doen. Ik kan bv. niet meer op de fiets springen en een tochtje gaan maken. Daarnaast zit ik natuurlijk met de schooluren waartussen ik dingen kan gaan doen. Ik laat mijn dochter ook wel eens in de naschoolse opvang of mijn lief gaat haar eens halen. Dan kan ik wel eens uitvliegen, maar dat is zeker geen dagelijkse kost. Ik voel me ergens ook wel verantwoordelijk om (zeker nu ik thuis zit) mijn best te doen om het huishouden draaiende te houden. Ik kan niet alles even vlot of zo goed als ervoor, maar ik doe wat ik kan. Maar soms voel ik me wel alleen en dan ben ik blij dat er lieve mensen zijn waarmee ik eens een uitstapje kan maken. Dan probeer ik dingen te doen die mij ENERGIE geven.

Ik voel ook dat dit de enige manier in het leven is om een goede mama, een goed lief, een goede vriendin, een goede werknemer,...  te zijn. Namelijk: 'DOEN WAT JOU ENERGIE GEEFT'.   

En dat kan voor iedereen iets anders betekenen. Voor de een is dat gaan sporten. De ander gaat graag op café. Misschien ga jij liever op je uppie naar de bioscoop? Dat laatste vind ik alvast zalig.

Ik kuier graag in mooie steden, maak graag lange natuurwandeling en spreek graag af met vriendinnen. Ik ben een overdag mens. Ik ga niet graag naar discotheken of ’s avonds laat op café. Ik zal wel eens gaan eten in de avond, maar ik hoef het niet tot een kot in de nacht te maken. Dat is mijn ritme niet. Ik ga liever in de ochtend ontbijten, dan ’s avonds  te gaan dineren.

Maar dus: ‘doen wat jou energie geeft’.

Hoe doe je dat? Hoe kan je, wanneer je wél rekening te houden hebt met huisgenoten, kinderen, liefjes,... dingen doen voor jezelf zonder schuldgevoel en zonder verstoring van je omgeving? Sommige mensen kunnen dat zonder enig probleem. Anderen, zoals ik, hebben daar meer moeite mee.

Maar door het toch te doen én te zien dat er geen rampen gebeuren wanneer jij er niet bent (ik ben god niet), leer je keer op keer dat het goed is om eens voor jezelf te kiezen. En niet alleen voor jezelf is dit goed. Mijn kind wordt er alvast beter van om eens alleen met haar papa te zijn. Papa die haar andere dingen leert of toont of laat doen. Papa die andere activiteiten uitkiest die ik zelf nooit zou doen. En het kind dat daar heel enthousiast op reageert... Woehoew, dat kan ik toch alleen maar toejuichen? En hoe meer ik dat doe, hoe minder van dat schuldgevoel er overblijft. En hoe meer ik besef dat alles prima lukt zonder mij.

Dusja, zo’n weekendje met mijn vriendinnen geeft mij ENERGIE. Daar geniet ik van. Daar laad ik mijn batterijtjes mee op. Zo'n weekendje neemt al mijn onbewuste stress weg... Ik word gelukkig van zulke uitjes en hoef eventjes aan niets anders te denken dan aan 'genieten'. 

Het lief gaat graag uit met zijn vrienden. Hij vindt het heerlijk om in een lawaaierig kot te dansen tot in de vroege uurtjes. Filosoferen met zijn maten, alle remmen los. Ik houd daar niet van, dus ik ga eigenlijk nooit mee. En dat is helemaal prima. Wij hebben andere manieren om verbinding te maken met elkaar. Sommige mensen vinden dat ze alles MOETEN samen doen met hun lief. Het liefst elke minuut van hun leven. Want enkel dan heb je de 'ware' in handen. Ik zie in kleine dingen dat mijn lief goed is voor mij. In heel kleine dingen. Zoals vorige week. Ik had het gehad en bovendien had ik het ochtendgebeuren helemaal foutief aangepakt. Gevolgd: stress, me moeten haasten om alles op tijd klaar te krijgen en ik kreeg mijn schoenen niet aan. Er kwam een oerkreet. En ik begon te huilen. Op dat moment staat hij kalm op, doet onze dochter haar schoenen aan en helpt mij eveneens met mijn schoenen. Dochterlief (ook zo'n hoogsensitief hartje) komt me knuffelen. En dan denk ik: 'jaaaaaa. Daar kies ik voor'. Dat is mijn connectie met mijn 2 liefjes. 

Want dat is toch wat we zoeken in het leven, niet? Verbinding maken met mensen? Dat is toch de manier om onszelf levenszuurstof of levenselixir toe te dienen?

Onszelf connecteren op anderen. Onszelf aansluiten op het netwerk van de ander. En elke verbinding geeft een andere soort energie. Daar ben ik ook heel erg van overtuigd.

En soms komt er een storing op het netwerk. Dat is vaak het moment dat mensen uit elkaar groeien. Heel vaak gebeurt dit op een natuurlijke manier. Afstand, verandering van levensfase of interesses zorgen er vaak voor dat de verbinding verbroken wordt. En heel vaak neem je daar vrede mee. Het is geweest wat het was en dat was helemaal prima. Je hebt een fijne tijd gehad met iemand, jullie hebben veel geleerd van elkaar; maar nu is het tijd om nieuwe verbindingen aan te gaan. Dat kan zowel op relationeel vlak als op vriendschappelijk vlak.

Echter, soms verloopt dat niet op zo’n natuurlijke manier. Soms is het afscheid namen van zo’n verbinding heel lastig, te bruusk of onbegrijpelijk. Dan heb ik het eigenlijk niet over het afscheid nemen van iemand die sterft. Dat is een compleet ander gevoel. Ik heb het over afscheid nemen van levende verbindingen. Soms wil de ene persoon de connectie houden, hoe klein die ook geworden is, omdat hij of zij het gevoel heeft dat het verhaal nog niet ten einde is. Ik heb het niet perse over liefdesrelaties. Eerder over vriendschappen. De ander heeft daarbij een ander gevoel en meent dat de connectie totaal geen zin meer heeft en verbreekt de verbinding heel bruusk.

Dan kan je wel eens ontwricht geraken omdat je niet goed kan plaatsen wat gemaakt heeft dat iemand geen energie meer haalt uit de vriendschap.

Dan rijst heel snel de vraag: ‘wat heb ik fout gedaan? Wat maakt dat die persoon mij bij het grof vuil gooit? Want ja, zo voelt dat dan toch een beetje.‘

Een antwoord krijg je in zo’n gevallen niet vaak. Je moet er soms mee leren leven dat mensen uit je leven verdwijnen die je graag had bijgehouden.

Rouwen om verloren gegane vriendschappen is een moeilijk thema. Ik heb het al meegemaakt. Onlangs nog, schreef ik een brief aan zo’n verloren gegane vriendschap. Ik heb de brief niet opgestuurd. Uiteraard niet, want ik weet goed genoeg dat dit helemaal geen zin heeft, want nooit van mijn leven krijg ik een antwoord op mijn vragen. Het is wel een manier om ermee om te gaan. Op deze manier kan ik het weer heel even laten voor wat het is. En het gaf me een idee voor het schrijven van een boek (waarover later meer).

Dat maakt ook dat mijn dankbaarheid om mijn bestaande vriendschappen heel groot is. Beseffende dat er toch wel wat mensen zijn die me onvoorwaardelijk graag zien. Vriendschappen waarvan ik hoop dat ze voor altijd mogen zijn. Van sommige mensen kan ik me écht niet inbeelden dat ze er niet meer zouden zijn. 

Maar ik geloof er wel in dat vriendschappen andere vormen kunnen aannemen in de tijd.

We evolueren heel ons leven. We groeien als mens, krijgen andere interesses. Onvermijdelijk groeien vriendschappen mee.

Toen ik in mijn twintiger jaren nog in Gent woonde had ik een groepje vriendinnen van de muziekschool. We waren met 4 musketiers. Er ging geen enkele week voorbij zonder dat we elkaar zagen. Sowieso spraken we elke donderdag af in de Hotsy Totsy. Daarnaast pikten we vaak concertjes mee, gingen we bij elkaar eten, vierden we feest samen,…  Op vandaag wonen we alle 4 in een andere stukje van ons land, hebben we alle 4 kinderen van een andere leeftijdscategorie en zijn onze paden grotendeels gescheiden. Ik heb met alle 4 nog een goed contact. De een zie ik al wat meer dan de ander. Maar met zijn viertjes afspreken zit er niet meer in. Was dat moeilijk in het begin? Ja ergens wel. Het besef dat wat was, niet meer is. Maar omarm ik de nieuwe vorm van onze vriendschappen? Eveneens, want het is de enige manier van een blijvend contact. En, ik ben dankbaar om deze vrouwen nog allemaal in mijn leven te hebben, hoe schaars de tijd soms ook is. Voor mij gaat het niet zozeer om de kwantiteit van het afspreken. Wel om de kwaliteit.

De 2 vriendinnen waarmee ik dit weekend had afgesproken zijn op dat vlak wel heel bijzonder. Momenteel hebben zij geen relatie en geen van hen heeft kindjes. Dat maakt dat zij veel vrijer zijn dan ik om activiteiten, tripjes, reisjes en zo te plannen. Ik zou als het ware dus uit de boot kunnen vallen.

Het is natuurlijk wél zo dat ik niet op elk tripje mee kan of bij elk reisje kan aansluiten. Maar dat belemmert ons niet om samen op vakantie te gaan of weekendjes te plannen. Ik gun hen hun vrijheid en de mogelijkheid om vaak samen weg te zijn en ik ben er niet jaloers op omdat ik weet dat andere dingen heb om gelukkig voor te zijn. De gunfactor in vriendschappen is zo ontzettend belangrijk. Niet jaloers zijn op elkaar en blij zijn wanneer de ander iets moois ten beurt valt. En ook omgekeerd... Ze hebben mij nooit laten vallen. Ze sluiten mij nooit uit en ze zijn dol op mijn dochter. Wanneer die oud genoeg is, mag ze ook wel eens mee op weekend met de meiden. Ze houdt ook oprecht van mijn vriendinnen. Ze weet hoe waardevol deze 2 prachtige vrouwen zijn.

Het is vaak jaloezie dat vriendschappen uit elkaar drijft. Jaloers zijn op iets wat de ander heeft. En ik weet dat zij zich hun leven soms ook anders inbeelden, maar ze gunnen mij deze fase in mijn leven zo hard. En ik bewonder hen zo hard voor het feit dat zij hun leven zo mooi leiden met zoveel positieve energie en zoveel moed om verder te gaan op het pad dat ze bewandelen. En dat maakt dat ik zoveel mooie energie uit onze weekendtrip mocht halen.

Ik laat me graag omringen door ‘wijze’ mensen. In elke betekenis van het woord. WIJS in het algemeen Nederlands en WIJS op zijn Gents. Ik ben een 'GELUKZAKSKE' voor alle vrienden en vriendinnen die ik heb. Voor mijn familie én schoonfamilie. Ik ben omringd door waardevolle mensen en dat maakt van mij een ontzettend rijk mens.